blog

praktijkverhalen

Afscheid nemen in Coronatijd

Uitvaarten zijn vaak een afspiegeling van de tijdgeest. 38 % van de huwelijken eindigt tegenwoordig in een echtscheiding. Bij een overlijden in samengestelde gezinnen komt vaak oud zeer naar boven, en dat heeft invloed op alle generaties. Als de emoties hoog oplopen probeer ik nabestaanden voor te houden dat zij één gedeeld belang hebben: een mooi en waardig afscheid. Maar dat moet je elkaar wel gunnen.

Het is herfst 2010 als ik de uitvaart van Theresa begeleid, een vrouw van eind tachtig met dementie. Het paar heeft twee zoons. Wouter heeft een stabiele relatie, en heeft drie kinderen gekregen, waarvan er twee zijn overleden. Hij heeft het zwaar gehad, en wordt gezien als de ideale zoon. De andere zoon, Bas, heeft twee kinderen, en drie kleinkinderen. Hij is gescheiden en heeft een nieuwe relatie gekregen met Jannie. De familie duidt haar consequent aan met ‘J’.

‘Hoi Antoinette, ik ben dus het zwarte schaap’

Wanneer ik de familie bezoek om de uitvaart te bespreken zitten beide zoons er met hun vader. De rouwkaart is vaak een heikel punt bij samengestelde gezinnen. We zijn het snel eens over de foto, maar daarna slaat de sfeer om. Wouter spelt de namen van zijn overleden dochters, en zijn zoon, die naast hem zit. Bas noemt Jannie, en de namen van zijn kinderen en kleinkinderen. Alles lijkt in kannen en kruiken, tot opa opeens met zijn hand op tafel slaat: ‘maar zo gaat het niet gebeuren! ‘‘J’’ komt niet op die kaart te staan. Ze heeft mijn vrouw al 15 jaar niet gezien.’
En dan rolt het hele verhaal eruit. Dat hij al 60 jaar samen was met zijn vrouw, maar dat hun zoon Bas ‘zomaar’ is gescheiden. En daarna is hij ook nog met een vrouw getrouwd, die niet meegaat in de onderlinge dynamiek. In hun manier van denken, praten en beleven. Omdat Jannie later is ingestapt, kent zij het verdriet van de familie alleen uit verhalen. In dit samengestelde gezin is Jannie buiten de boot gevallen, en het zwarte schaap geworden. Tot ze na een paar jaar geen zin meer heeft in ruzie, en bij familiedagen thuisblijft.

Vader loopt rood aan, de zoons zwijgen. Ik grijp voorzichtig in: ‘Iedereen mag denken wat hij wil, maar Bas en Jannie zijn al meer dan 15 jaar bij elkaar en hebben kinderen samen.’ ‘Nee! Het zijn niet haar kinderen!’ roept opa. Iedereen zit elkaar boos aan te kijken. Maar opeens neemt de kleinzoon het woord: ‘maar opa, Jannie spreekt altijd liefdevol over oma. Dat horen jullie wel niet, maar altijd als we bij oma zijn geweest vraagt zij hoe het met haar is.’ Even blijft het stil. Ik zeg: ‘meneer Dekker, u beslist natuurlijk wat er op de kaart komt, maar Bas is gelukkig met Jannie’. Hij kijkt me aan en haalt zijn schouders op: ‘nou ja ik ga er ook geen punt van maken. Dan moet het maar’. Bij het afscheid van de overledene zorg ik dat de gezinnen apart van elkaar langs kunnen komen. Bij de tweede keer komt Jannie mee. Ze stapt meteen op me af: ‘Hoi Antoinette, ik ben Jannie. Ik ben dus het zwarte schaap.’

Hij gunt haar de regie

Begin vorig jaar ontmoet ik Vincent, een man van begin zestig. Zijn vrouw Marina is overleden. Hij is eerder getrouwd geweest, heeft kinderen gekregen en is gescheiden. Marina heeft een dochter, Yvon, uit een eerder huwelijk. Als Vincent in haar leven komt is zij een jaar of drie. Eigenlijk groeit ze met hem op en accepteert hem als vader. Wat ik mooi vind is hoeveel ruimte hij haar geeft bij de uitvaart. Terwijl hij de opdrachtgever is. Hij kan makkelijk denken: het is mijn vrouw, en zo gaan we het doen. Maar hij gunt Yvon de regie. ‘Het is jouw mama. Zeg het maar, wat wil jij?’ Dat proces is zo liefdevol dat het me vertedert. Hij respecteert de band tussen moeder en dochter, en zet zichzelf op de tweede plaats.