blog

praktijkverhalen

repatriëring naar Nederland

“Antoinette, ik sta op de camping, mijn vader is dood! Wat moet ik doen?” Het is hoogzomer als Bart me belt vanaf zijn vakantieadres. Een week eerder is hij met zijn gezin en zijn ouders naar België gereden. Samen met zijn vader heeft hij de tent opgezet en de barbecue aangestoken. Zijn vader ziet er goed uit, niks aan de hand. Maar vandaag was Bart even naar het dorp gelopen, en toen hij terugkwam zag hij zijn vader onderuitgezakt op de kampeerstoel zitten. Dood, zomaar ineens.

Overlijdensverklaring

Ik hoor de paniek in zijn stem. Ik vraag of hij al iets heeft gedaan. Nee niks, zegt hij, ‘Ik heb gelijk jou gebeld.’ Ik vertel hem dat hij het lichaam niet moet aanraken. Laat vader maar gewoon in zijn stoel zitten en loop naar de receptie voor hulp. Want bij een overlijden moet er een arts komen die de dood officieel vaststelt. Bij een niet-natuurlijke dood moet sectie worden verricht, en bij een natuurlijke dood kan een arts vrij snel een overlijdensverklaring afgeven. Ik adviseer Bart om vast een tas met schone kleding klaar te leggen, zodat die kleding mee kan met vader, als hij straks wordt opgehaald. Later die middag hoor ik dat de campinghouder een ambulance heeft gebeld en dat vader naar het plaatselijke politiemortuarium is overgebracht.

Stapsgewijs proces

Vanaf het moment dat Bart zich bij mij meldt houd ik nauw contact. Ik inventariseer zijn wensen en spreek stap voor stap het hele scenario met hem door. Waar zullen we vader heen brengen als hij in Nederland aankomt? Weet je al of hij begraven of gecremeerd moet worden? Welke kist zou je willen? Dat vraag ik niet allemaal op de eerste dag, dat is een stapsgewijs proces. Bart is in shock, dus stel ik hem gerust en geef niet te veel informatie in één keer. Twee keer per dag bel ik of stuur een appje: hoe gaat het nu, heb je nog vragen? Zo blijft hij bij alle keuzes betrokken, ondanks de afstand. Terwijl Bart in België verblijft, regel ik de opbaring en uitvaart van vader in Nederland.

Eerste hulp door een lokale hulpdienst

Niet iedereen heeft zoals Bart een vertrouwde uitvaartondernemer in zijn telefoon staan. In dat geval adviseer ik om bij een overlijden direct een hulpdienst te bellen. Of je nu een ambulance belt, of een dokter of de politie, dat maakt niet uit, je hebt hoe dan ook hulp nodig. De hulpdienst zorgt dat alles correct wordt afgehandeld met de lokale politie en weet naar welke locatie het lichaam het best kan worden overgebracht.

Ondersteuning van het consulaat

Als je in een ver buitenland verblijft en er overlijdt een dierbare, bel je het consulaat of de ambassade van het desbetreffende land in Nederland voor ondersteuning. Als iemand bijvoorbeeld in Italië overlijdt, bel je het Italiaanse consulaat of de ambassade in Nederland. De medewerkers staan je in het Nederlands te woord en leggen stap voor stap uit wat je moet doen. Meestal raden zij aan om een repatriëringsbedrijf in te schakelen dat alle formaliteiten afhandelt. Want bij vervoer van een overledene over landsgrenzen dienen alle documenten gelegaliseerd te zijn door de Nederlandse ambassade of het consulaat ter plaatse.

Vervoer over land

Omdat Bart mij zelf heeft gebeld, neem ik contact op met een repatriëringsbedrijf in Nederland. Zij zorgen voor alle documenten en regelen het vervoer. Eerst vraag ik bij hen een offerte op, zodat duidelijk wordt wat alles gaat kosten. Daarna stem ik met het bedrijf af hoe en wanneer de overledene naar Nederland wordt overgebracht. De eerste keuze is of iemand wordt vervoerd over land of via de lucht. Vervoer over de weg vindt plaats met een speciale rouwwagen, die is voorzien van koeling en geblindeerde ramen.

Vervoer via de lucht

Als een dierbare ver van Nederland overlijdt, is vervoer via de lucht vaak de enige optie. Bij vervoer via de lucht moet een lichaam worden gebalsemd, zodat het langer in goede conditie blijft, en beschermd is tegen de luchtdruk in het vliegtuig. In het buitenland gebruikt men vaak andere kisten dan wij in Nederland zijn gewend. Soms zie je hele zware klassieke kisten met glazen vensters. Het komt ook voor dat iemand in het buitenland in een zelf getimmerde kist wordt getild. Vaak gebruikt men na de balseming een zinken kist, of een extra binnenkist. In al die gevallen zorg ik dat de overledene in Nederland wordt ‘omgekist’ naar een kist die naar wens is van de familie. Uiteindelijk komt Barts vader binnen drie dagen aan in Nederland, en wordt overgebracht naar een rouwcentrum in Gorinchem. Daar ontmoet ik de familie en begeleid de uitvaart van vader naar zijn laatste rustplaats – een begraafplaats vlakbij huis, waar hij een week geleden vertrok voor zijn laatste vakantie.