blog

praktijkverhalen

Over extreme wensen en spanningen tussen nabestaanden

“Ik wil in mijn roze auto begraven worden.”
“Lady Gaga in de kerk, kan dat?”
“Ik wil een gaatje in mijn kist, dan kan ik zien wie er komen.”

Het zijn zomaar een paar wensen die ik het afgelopen jaar heb uitgevoerd. Lady Gaga was de favoriete artiest van een negenjarig meisje, dat omkwam door een verkeersongeval. Het gezin was streng gelovig. Haar moeder vroeg: ‘kan dat wel, zo’n nummer keihard draaien in de kerk? Wat zullen de mensen zeggen?’ Ik zei: ‘natuurlijk kan dat! Die mensen denken stiekem: ik wou dat ik dit had gedurfd.’

Dansen en gooien met de kist

Steeds meer mensen willen een uitvaart die naadloos aansluit bij wie ze zijn. Jaren geleden begeleidde ik de uitvaart van een Surinaamse man. Na zijn scheiding was hij met een Nederlandse vrouw getrouwd, en zij werd mijn opdrachtgever. In de Surinaams-Creoolse gemeenschap wordt de kist vaak gedragen door een traditionele rouwgroep, die danst met de kist, voorgegaan door een muziekband. Soms wordt de kist de lucht in gegooid en weer opgevangen. Zijn kinderen wilden dat graag, maar zijn vrouw absoluut niet. Ik stelde een compromis voor, waar zij zich in kon vinden. De dragers hebben de kist niet gegooid, maar traditioneel geschouderd, en gedraaid en gedanst.

Tradities ombuigen en aanpassen aan het individu, kan heel positief uitpakken. Maar soms hebben nabestaanden extreme wensen die andere betrokkenen schade kunnen berokkenen. Wat doe je in zo’n geval?

De moeder van de weduwe wilde alles bepalen

Vorig jaar begeleidde ik een uitvaart van een man van eind dertig, die een acute hersenbloeding had gekregen. Zijn twee jonge kinderen zaten bij hem in de auto toen het gebeurde. Zijn weduwe had mij gebeld, maar al snel bleek dat haar moeder alles wilde bepalen. Van de opbaring tot de opmaak van de rouwkaart. Daardoor ontstonden er lastige situaties. Moeder wilde beslist drie condoleancedagen, zowel 's middags als 's avonds, telkens twee uur lang. Dat is behoorlijk belastend voor naasten, dus ik ging overleggen met de weduwe. ‘Wordt dit niet te zwaar, voor jou en je kinderen?’ Nee, brak moeder in, ‘ik wil echt zes condoleances, want dat geeft me een goed gevoel.’ De dochter probeerde nog: ‘dit zijn professionals, zij doen dit elke dag. Dit zeggen ze niet voor niks ma!’ Maar moeder hield vast aan haar wens. Toen het zover was, en de eerste ploeg was geweest, nam de dochter me apart. Ze zei: ‘dit is veel te zwaar voor me, ik ben zo moe. Ik had naar jullie moeten luisteren.’ In alle drukte kwam ze niet toe aan haar eigen rouwverwerking. Haar eigenbelang had ze opzij gezet, om haar moeder een plezier te doen.

De kar met de kist werd getrokken door haar eigen pony

Dit soort dilemma’s kom ik als uitvaartbegeleider regelmatig tegen. Uitvaarten bewegen mee met de tijdgeest. Het kan voor nabestaanden bevrijdend zijn om tradities en gewoontes te doorbreken. Maar de vraag is natuurlijk of je als professional alle eisen zomaar moet opvolgen. Naar mijn idee moet je kritisch blijven, vragen naar het waarom, en bespreekbaar maken wat voor nabestaanden de meerwaarde is van een persoonlijke wens. Even een pas op de plaats maken, in de wetenschap dat mensen maar een keer afscheid kunt nemen. Als je iemand alle opties voorlegt, en de tijd geeft om een weloverwogen keus te maken, is de kans groter dat een uitvaart de héle familie goed doet. En dan kan ik bijzondere wensen ook naar eer en geweten steunen.

Met de moeder van het negenjarige meisje hebben we uiteindelijk een uitvaart ontworpen die helemaal paste bij haar dochter. We hebben haar eigen pony voor een karretje gespannen waar de kist op lag. Vader, moeder en zus zaten op die kar naast de kist, en ik ben er met de rouwauto achteraan gereden. Dat was heel leuk, we kwamen langs een weiland waar nog meer paarden stonden. Die gingen allemaal mee galopperen. Mijn hart sloeg in mijn keel - straks slaat dit paardje ook op hol! Maar het kwam allemaal goed. Het werd een persoonlijk, uitbundig afscheid van een lief, levenslustig meisje.