blog

praktijkverhalen

afscheid van een Feyenoord-fan

Ken je dat? Je loopt ergens, er zweeft een geur je neus binnen en ineens ben je weer terug op een bepaalde plek, bij een bepaalde persoon, of in een bepaalde situatie. Dat heb ik met oliebollen. Zodra ik in december de zoete geur ruik denk ik aan een uitvaart die ik begeleidde, nu bijna drie jaar geleden.

Het is vijf januari als Raymon Collens, een opgewekte Rotterdammer van 37, wordt gebeld door zijn broer, die een handje kan gebruiken bij het afbreken van zijn oliebollenkraam. Drie man sterk krikken ze het gevaarte omhoog, om straks de wielen eronder te kunnen zetten waarmee het gevaarte naar de stalling kan worden gereden. En dan gebeurt het. De kraam kantelt, en Raymon ligt eronder. Drie weken eerder werd hij voor de derde keer vader, maar vandaag sterft hij op de Schiedamse Koemarkt, voor de ogen van zijn broer.

Paniek

Het is een paar dagen later. Ik word gebeld door een hulpverlener. Er ligt een jonge man in het mortuarium, vertelt ze, maar zijn familie heeft geen uitvaartverzekering. De uitvaartorganisatie die ze hebben benaderd vraagt een grote aanbetaling die zij niet kunnen ophoesten. De familie is in paniek, want hoe langer de overledene in het mortuarium ligt, hoe verder de rekening oploopt. Kan ik iets voor ze betekenen?
Terwijl ik luister komt de maatschappelijk werker - mijn oude studierichting - in me boven. Als uitvaartondernemer moet ik natuurlijk mijn boterham verdienen. Maar wat zou ik als mens fijn vinden, als mij zoiets zou overkomen? Ik spreek af dat ik wil helpen, zolang het mij onder de streep niets kost. Mijn buddy en ik rijden meteen naar Rotterdam.

Kerstlampjes

We hebben afgesproken in de arbeiderswoning van Raymons moeder, in de havenwijk Heijplaat. In de kleine woonkamer staan weinig meubels, een enkele streng kerstlampjes verlicht de muren nog. Maar de ontvangst is warm. Moeder vraagt bezorgd of we al hebben gegeten. “Mijn broer is kok geweest, hij kan zo iets voor jullie maken!” Haar hartelijkheid ontroert me.

Samen spreken we de uitvaart door. Ik stel voor om de voordeligste kist te kiezen en de opbaring hier thuis te doen. “Jullie mogen mijn koelplaat lenen, en we halen Raymon op met mijn rouwauto. Dat kost jullie alleen maar een tank benzine.” De voordeur is te smal voor de kist, maar door het raam zal het net gaan passen. Ze knikken. “Natuurlijk, die halen we er zo uit!” Ik voel hun opluchting. Wij gaan ze helpen. Het komt goed.

Een mooi gebaar

Op de terugweg gaat mijn telefoon, het is de baas van Ilona. Hij heeft gehoord dat ik de uitvaart zal begeleiden en wil duizend euro doneren om mijn kosten te dekken. Wat een mooi gebaar! Als we de volgende dag de kist door het raam tillen kijken buren nieuwsgierig toe. Voorzichtig zetten we de kist midden in de kamer. Het voelt meteen goed. Terwijl een vriendin Raymon een aai over zijn hoofd geeft, gaat Raymons baby van hand tot hand.

Het liefst zou de familie Raymon willen begraven, maar een graf kost een paar duizend euro, dat geld is er niet. Het wordt een crematie. Maar dan oppert iemand het idee om een crowdfunding te starten. Het blijkt een gouden greep. Uit het hele land stroomt er pijlsnel geld binnen. 721 donateurs brengen uiteindelijk ruim 14.000 euro bij elkaar. Nu kan Raymon toch worden begraven, en kunnen we van zijn uitvaart zelfs een onvergetelijk afscheid maken.

Met de kist in de spelersbus

Voetbal was zijn leven, heeft Raymons moeder me verteld. “Feyenoord is zijn geloof, en de Kuip is zijn kerk.” Ik regel dat we voor de uitvaart de spelersbus mogen lenen. Daar past de hele familie in, en onderin is plaats voor de kist, die is volgeplakt met Feyenoordstickers. Als we de wijk inrijden blijkt de hele buurt te zijn uitgelopen. De bus is veel te groot voor het smalle straatje, we rijden de kist er stapvoets naar toe. Onderweg naar de begraafplaats stoppen we bij de Kuip. Iedereen stapt uit, er worden foto’s genomen, door de tranen heen. Ik heb een versterker meegenomen, en laat het clublied klinken. Iedereen zingt mee.

Hand in hand kameraden
Hand in hand voor Feyenoord
Geen woorden, maar daden
Leve Feyenoord

Een biertje voor onderweg

Tijdens de dienst klinkt muziek van Gordon, Elvis, en - vaste prik in Rotterdam - Lee Towers. You’ll Never Walk Alone. Mijn buddy vertelt Raymons levensverhaal. Over hoe hij na de middelbare school in de clubkantine aan de slag ging, en over hoe graag hij met zijn handen werkte. Als er bij Feyenoord belangrijke mensen overlijden, dragen de spelers als eerbetoon zwarte rouwbanden. Ik heb een groot zwart lint meegenomen, en heb er kaartjes aan geknoopt. Aan de ene kant van zo’n kaartje staat Raymons naam gedrukt, met zijn geboortedatum en zijn sterfdatum. Aan de andere kant prijkt het clublogo. Aan het eind van de dienst knippen we symbolisch het lint door. Een kaartje leggen we in de handen van Raymon, en de andere kaartjes zijn voor de aanwezigen, als aandenken.

Vlak voor de begrafenis is het tijd voor een laatste ritueel, dat ik nog niet eerder heb meegemaakt. Wanneer Raymon ergens naar toe ging, nam hij altijd een ‘BVOtje’ mee – een Biertje Voor Onderweg, heeft de familie me verteld. Ze lachen om mijn verbaasde gezicht. Om in een aula het glas te heffen moet dat officieel worden geregeld, maar dat past niet bij Raymon. Dus lopen we achter de baar naar het graf, de tassen gaan open en - tssss! - de blikjes sissen, het schuim klotst over de rand, er wordt gehuild en geklonken. "Proost jongen!" Zoals je hebt geleefd, zo moet je afscheid nemen.

Hand in hand kameraden!


Dit blog kwam tot stand met goedkeuring van de nabestaanden.