blog

praktijkverhalen

rouw op de werkvloer

Op het kantoor van een vriendin overlijdt een collega in zijn slaap. Ibrahim, een gezonde man van 54. De hele afdeling is in shock. Op zijn bureau wordt een rouwhoekje ingericht en er wordt gezamenlijk online naar de uitvaart gekeken. Ibrahim heeft een jaar lang een groot IT-project geleid. De volgende dag gaat zijn team weer aan de slag met een nieuwe manager. Niemand praat meer over Ibrahim. Alsof ze niet een jaar lang elke dag samen hebben gebuffeld en gelachen. Alsof er niets is gebeurd. Mijn vriendin heeft het er moeilijk mee. Ze zegt: ‘Ik heb zijn vrouw een persoonlijke brief gestuurd en ik ben naar de condoleance geweest. Wat kan ik verder nog doen?’

Deze vraag krijg ik vaker, zeker van mensen die werken in een omgeving waar werk en privé strikt worden gescheiden. Ik zeg: ‘Je kunt gerust tijdens de volgende vergadering zeggen dat je even wil stilstaan bij het overlijden van jullie collega. Door samen terug te blikken op hoe het project is begonnen of te benoemen dat jullie nu verder bouwen op wat hij ooit heeft bedacht.’ Een week later stuurt ze me een appje. Het heeft goed uitgepakt om haar gevoel bespreekbaar te maken. Er bleken meer collega’s te zijn die een knoop in hun maag hadden en hun verhaal wilden delen. Na het werk hebben ze samen het glas geheven op Ibrahim.

Geboortes worden uitbundig gevierd, maar over de dood hoor je niemand

Mensen melden zich vaak bij mijn praktijk als ze zijn vastgelopen in hun rouwproces. Als er een overlijden niet goed is verwerkt, of als nare ervaringen met uitvaarten sporen hebben nagelaten. Opvallend vaak komt ook het werk ter sprake. Hoe moeilijk het is om te functioneren als je partner net is overleden. De twijfel of je een verlies wel met collega’s moet delen. En het onbegrip op kantoor als je wel een keer je hart hebt uitgestort. Veel nabestaanden merken dat collega’s helemaal niet vragen naar het verlies. Omdat ze het eng vinden, of twijfelen of zo’n vraag wel gepast is. Het blijkt behoorlijk lastig om rouw een plek te geven op de werkvloer. Geboortes worden uitbundig gevierd, maar over de dood hoor je niemand. Negatieve emoties worden weggedrukt of ‘geparkeerd’. Alsof je de dood netjes kunt ‘uitfaseren’. Maar als jij net een naaste of goede vriend hebt verloren, neem je dat verdriet mee naar je werk, of je dat nu wil of niet. Die ballast kan invloed hebben op je prestaties, maar niet elke leidinggevende begrijpt hoe zwaar rouw kan wegen. Soms blijkt pas wat er werkelijk speelt als een werknemer al maanden slecht functioneert of al maanden ziek thuis zit.

Rouwrituelen

We maken allemaal overlijdens mee in onze omgeving, maar dat betekent niet dat we speciaal aandacht besteden aan rouw. In de negentiende en begin twintigste eeuw was de dood onlosmakelijk verbonden met het leven. Mensen werden middenin hun werkzame leven uit families weggerukt. In 1850 werd de gemiddelde vrouw veertig jaar, en de man stierf nog iets eerder. Het was bijna een uitzondering als alle kinderen binnen een gezin bleven leven. Het overlijden werd omgeven door rouwrituelen. Men droeg vaak speciale kleding en verwerkte soms plukjes haar in speciale rouwsieraden, ter nagedachtenis. Men bracht eten langs bij nabestaanden, om het verlies te markeren, samen te gedenken en weer kracht te krijgen. Nu we door de ontwikkelingen in de medische wetenschap steeds ouder worden is er in het dagelijks leven minder aandacht voor de dood. Als mensen hun verdriet echt gaan mijden kunnen ze vastlopen, thuis en op de werkvloer. Maar als je werknemers en freelancers goed wil laten functioneren, moet er aandacht zijn voor rouw. Als je weet dat er een familielid van een collega op sterven ligt of in een palliatieve fase verkeert, twijfelen mensen of ze het daar op het werk over moeten hebben. Want stel dat iemand in huilen uitbarst? Maar oog hebben voor elkaar en erkennen dat je ziet wat er speelt geeft vaak al opluchting bij mensen die rouwen. Zo schep je ruimte voor mensen om, als ze daar behoefte aan hebben, op een bepaald moment hun verhaal te delen.

Een nieuwe setting

Op het kantoor van mijn vriendin heeft iedereen inmiddels een nieuw ritme gevonden. Alleen blijft het raar dat er achter Ibrahim’s bureau opeens een ander gezicht zit, vertelt ze. Hoe beladen zo’n bureau kan zijn, hoor ik vaker van mijn cliënten. Het ligt vooral gevoelig in traditionele bedrijven, waar mensen tientallen jaren een vaste werkplek hebben en het team een soort familie is geworden. Collega’s missen de gewoontes van de overledene. Hoe hij altijd het kopieerapparaat bijvulde of hoe zij steevast vijf klontjes suiker in haar koffie deed. Na de uitvaart wordt zo’n bureau leeggeruimd en komt er een ander zitten. En als je het oude nummer kiest krijg je een nieuwe collega aan de lijn, alsof er niets is gebeurd. De gedachte lijkt vaak: Willem is dood, we hebben een boeket gestuurd en een minuut stilte gehouden, dus het kan wel weer. Sopje erover en door. Ik raad mensen vaak aan om met zijn allen het bureau van de overledene leeg te ruimen en schoon te maken. Zo’n klein ritueel biedt gelegenheid om herinneringen op te halen, je gevoel te delen en bijvoorbeeld te besluiten: laten we het bureau staan zoals het stond of zetten we het ergens anders neer? Zo creëer je samen een nieuwe setting.