blog

praktijkverhalen

Rouwbegeleiding in de klas

Op een zondagmiddag in de lente rijden een vader en moeder met twee jongens naar een winkelcentrum. Ze hebben nieuwe schoenen nodig. Tijdens de terugreis krijgen ze een auto-ongeluk, omdat een automobilist op ze inrijdt. Moeder is zwaargewond en vader lichtgewond. Milan van bijna negen overlijdt kort daarna in het ziekenhuis. Sven, de zoon van tien, is zwaargewond. De artsen vrezen voor zijn leven.

Moeder werkt bij de gemeente. Ik heb haar al eens ontmoet, toen ik aangifte deed van het overlijden van een kind, en zij achter de balie zat. Ik weet nog dat ze zei: ‘Wat erg als je je kind moet verliezen.’ Een jaar later komt ze zelf in die situatie, en denkt terug aan ons gesprek. Ze vraagt haar collega's wie er destijds aan haar balie heeft gestaan. En zo krijg ik het telefoontje. ‘Antoinette, Milan is overleden.’

Medeleven

Terwijl ouders en grootouders waken bij het zwaargewonde jongetje ligt Milan in het ziekenhuismortuarium. Met de maatschappelijk werker van het ziekenhuis heb ik afgesproken dat hij daar langer mag blijven, zodat de familie makkelijk op bezoek kan komen. In een kamer naast de ziekenzaal neem ik de uitvaart door met de ouders. Soms waakt vader bij het bed van zijn zoon en komt moeder naar de spreekkamer, dan komt opa erbij zitten. Om dat knulletje dat aan het vechten is voor zijn leven niet alleen te laten.
De ouders waren eigenlijk van plan om hun zoon in intieme kring te begraven, maar het medeleven om hun heen is zo overweldigend dat ze dat plan herzien. Er blijken wel achthonderd gasten te komen, dus regel ik een grotere locatie. De gemeente levert alle medewerking om het samen met mij logistiek in goede banen te leiden.

Kunnen we kinderen wel met een uitvaart confronteren?

Met de ouders bespreek ik ook hoe we de rouwbegeleiding op school gaan aanpakken. Die vraag stel ik altijd, want als er een kind overlijdt komen er meestal vriendjes en vriendinnetjes naar de uitvaart. Goede voorlichting vooraf in de klas zorgt voor rust tijdens de dienst. Als kinderen weten wat er gaat gebeuren, en van tevoren vragen kunnen stellen, haal je het idee weg dat een uitvaart misschien een enge toestand is.
Met toestemming van de ouders zoek ik contact met de schooldirecteur. Hij omarmt het idee van een klassenbezoek. Middels een brief zal hij alle ouders vragen of hun kind de voorlichting mag bijwonen. Hij zegt: ‘We zijn allemaal uit het veld geslagen.’ De leerkrachten hebben wel een boek over hoe je in de klas over een overlijden kunt spreken. Maar ze zijn opgelucht dat ze dit gesprek niet zelf hoeven te leiden. Want zij weten niet hoe de dienst zal verlopen, hebben geen contact met de ouders, en hebben het lichaam niet gezien. Bovendien: als jij leerkracht ook geraakt bent, blijf dan maar eens in je rol staan. Op zo'n moment is het fijn als een professional je taak als voorlichter kan overnemen. Iemand bij wie je terecht kunt met je vragen, zonder dat je daar de ouders mee hoeft te belasten. De grote vraag op school is: kunnen we kinderen wel met een uitvaart confronteren? Kunnen zij mee naar een dienst, en zo ja, hoe pakken we dat aan?

Onderzoeken wat er leeft

We spreken af dat ik een ochtend naar de klas van Milan zal gaan. Ik kom het lokaal binnen in een spijkerbroek en een jasje. Zodat ze mij kunnen zien als mens, en niet als strenge begrafenisondernemer. Ik stel me voor: ‘Ik ben Antoinette, hebben jullie het allemaal gehoord over Milan? Wie kan me vertellen wat er precies is gebeurd?’ Er schieten vingers omhoog. Ik kies drie kinderen uit om het verhaal te vertellen.
Vervolgens verken ik wie er al uitvaart heeft meegemaakt. Weer gaan er vingers omhoog. 'Maar dat was een crematie.' Ik vraag: ‘Maar wat is dat dan, een crematie?’ Zo diepen we alle onderwerpen uit, van de kist tot de begrafenis. Ik onderzoek wat er leeft, en zorg dat iedereen zijn of haar gevoel kan uiten. Een meisje vertelt dat haar oma pas is overleden. Ik vraag: ‘Was je daar verdrietig om?’ Door daar even bij stil te staan, komen er ook vragen op bij kinderen die nog nooit een overlijden hebben meegemaakt. Een klasgenootje wil weten hoe diep Milan wordt begraven. Een ander vraagt wat voor kleren hij aan zal hebben in de kist. Ik betrek de leerkracht er ook bij. Als zij haar gevoel deelt, is dat ook leerzaam voor de kinderen.

Spelenderwijs wordt de klas onderdeel van het afscheid

Tot slot leg ik uit wat er precies gaat gebeuren bij de uitvaart van Milan. Dat we allemaal samen zullen komen in de aula, en dat ik hun hulp goed kan gebruiken. Want alle stenen en knutselwerken moeten mee. Een dag voor de uitvaart sjouwen de kinderen alles naar binnen. Sommigen kijken nieuwsgierig rond: o, zo ziet een aula eruit! Het is vertederend. Aan het einde van de ochtend op school gaan de kinderen uit de klas van Milan keien kleuren met watervaste stiften. Zo worden ze spelenderwijs onderdeel van het afscheid. Die keien zullen we na de begrafenis op Milans graf leggen, als tijdelijke markering. Met die keitjes hebben ze straks tijdens de dienst ook iets kleins en tastbaars in handen wat ze daarna symbolisch kunnen meegeven aan hun vriendje.

We doen dit samen

De dienst is indrukwekkend en emotioneel. Sven, het zwaargewonde zoontje, is niet aanwezig. We branden een kaars voor hem. Met verf hebben ze aan zijn bed een handafdruk gemaakt, om samen met een stenen hartje mee te geven voor in de kist. Sven heeft een kus op een briefje gegeven, en dat is opgerold in een flesje gestopt en in de hand van zijn overleden broertje gelegd. Tijdens de dienst vertelt zijn vader hoe het met hem gaat, want iedereen is nieuwsgierig. De leerkrachten hebben een lied gemaakt. De tekst projecteren we op de muur, zodat iedereen zachtjes kan meezingen. Het pakt geweldig uit. Al die rijen zingende kinderen en familie geven kracht en energie in de zaal. Het gevoel: we doen dit samen. Aan het eind vertel ik dat we Milan in besloten kring zullen begraven. Alle kinderen staan na de dienst in een lange rij en lopen langs hun vriendje. De kist blijft nog even staan. Buiten de aula staat een grote tafel met dingen die Milan lekker vond. Limonade, chips en chocolade. Een ontspannen moment voor de kinderen om te struinen en wat te eten. Een collega blijft bij de kist. Informeel, zittend op een trappetje ernaast. Sommige kinderen lopen terug met hun ouders, om nog even bij hun vriendje te zijn. Zij vangt ze op en beantwoordt vragen. Milan blijkt de charmeur van de klas te zijn geweest. Er waren veel meisjes verliefd op hem, die nu als een harem rond de kist drommen. Het is aandoenlijk, ook voor zijn ouders.

Als iedereen naar huis is loop ik nog even naar het kerkhof. Het graf is gedolven. Midden op de aarde ligt het hart van gekleurde keitjes, bovenop de bloemen. Ik maak een foto, en stuur het naar de ouders, als afsluiting van de dag. Ze appen een hartje en een traantje terug. ‘Wat mooi, dank je wel!’


Dit blog is in overleg met de ouders van Milan en Sven tot stand gekomen.